Als een organisatie een Socratisch gesprek wil, is de eerste taak om de vraag te formuleren die filosofisch onderzocht moet worden. Het is belangrijk dat het een vraag is die sterk leeft bij alle deelnemers. Het is een zaak of kwestie van belang. Bijvoorbeeld wat is onze visie met betrekking tot duurzaamheid/diversiteit en dergelijke? Wat betekent een bepaalde kernwaarde in praktijk?
Daarnaast is het van belang een concreet voorbeeld uit de dagelijkse praktijk te vinden. Dat is altijd een concrete ervaring van een van de deelnemers, die verband houdt met de vraag.
In een aantal voorbereidende gesprekken met deelnemers kunnen we zowel de vraag duidelijk krijgen, en één of meerdere ervaringen verzamelen. Een van die ervaringen wordt als het voorbeeld voor het socratisch gesprek gekozen.
Een groepsgrootte van vijf tot acht deelnemers is ideaal.
Het denkgesprek zelf bestaat uit een filosofisch onderzoek.
Omdat de (filosofische) vraag aan de hand van een concreet voorbeeld wordt onderzocht, zal het Socratisch gesprek altijd geworteld blijven in de praktijk van de deelnemers. De verworven inzichten zijn in principe toepasbaar in de dagelijkse praktijk.
Wat zijn de antwoorden van de deelnemers op de vraag, als we die betrekken op het gekozen voorbeeld? Wat zijn hun opvattingen? Wat zijn de overwegingen of argumenten voor die opvattingen? Zijn de eventuele verschillen daarin te overbruggen? Is er een synthese mogelijk?
Tenslotte: zijn er belangrijke vervolgvragen gerezen?
Het kan interessant zijn om dezelfde vraag in meerdere groepen binnen een organisatie aan de orde te stellen.
Een variant van het socratisch of filosofisch gesprek voor een team is het Moreel beraad. Daarin wordt een casus diepgaand besproken. Zijn de juiste keuzes gemaakt?
√ Opgedane inzichten zijn in de eigen praktijk geworteld én (in principe) daar toepasbaar
√ Het onderlinge begrip bij de deelnemers is groter geworden
√ Een beter inzicht op in wat van belang is